In 1986 was het Nederlands dames poloteam het sterkste van de wereld. Om te oefenen op fysieke weerstand nodigde Peter van de Biggelaar regelmatig mannenteams uit voor oefenwedstrijdjes in het KNZB bad in Zeist.
In die tijd was ik trainer van de Watervlo heren 1.
En wij kregen de uitnodigingen om 5 wedstrijden te sparren.
In een van de wedstrijden ligt Lieneke van de Heuvel bij onze mid-achter, zij ontvangt de bal en langzaam draait zij linksom legt de bal neer en draait nog een stukje verder, legt de bal weer neer draait nogmaals en een stukje verder pakt de bal op en schiet hem in het doel.
Het was net alsof de film in slow motion afgespeeld werd. Ik vroeg aan Frank waarom laat je dat toe? Waarom doe je niets?
Ja zegt hij zij heeft een beenklem bij mij. Ik zeg wat doe je dan bij een man , die een beenklem bij jou doet?
Waarop Frank heel onschuldig keek maar dat kan ik toch bij haar niet doen !
Waarop Lieneke zich omdraaide en een smile van oor tot oor had. En we wisten allemaal precies wat er aan de hand was.
Deze vrouwen waren klaar om elke weerstand tegengas te bieden.
Zij werden een paar weken later ook officieus wereldkampioen.