In 1972 ging ik met heren 1 mee naar uitwedstrijden. IJZ&PC het team bestond voornamelijk uit winkeliers.
De bakker was de keeper, de aanvoerder was de eigenaar van een supermarkt, een juwelier, een witgoed handelaar, en de coach was de eigenaar van een slagerij.
We stonden op een gegeven moment te wachten op een parkeerplaats voor een uitwedstrijd en komt de coach Dick Ruven komt aanrijden in een ongelofelijk grote bolide. Het leek een Rolls maar dat was het niet. het was een rover 3500 t overdrive. Dat ding was gemaakt om mee te racen, hij zag eruit als een Rolls-Royce maar ging vele malen sneller. Dus iedereen wilde meerijden met Dick Ruven. mar ja vriendjes onder elkaar, winkeliers onder elkaar, daar kom je niet zomaar tussen. Dus op een gegeven moment vroeg ik; “coach mag ik ook een keer meerijden?”
Hij zegt nou nee nog maar niet. volgende wedstrijd weer: coach mag ik meerijden met u?
Nee nou weet je wat als je de wedstrijd ongelofelijk goed gepresteerd hebt, ongelofelijk goed je best hebt gedaan, dan zal ik erover denken om je op de terug weg mee te laten rijden.
Nou je snapt wel een betere motivatie om die wedstrijd te spelen was er niet.
die bolide ging over de 200 km per uur. op het moment dat hij het gaspedaal intrapte werd je achterover gedrukt in de stoel. Ik had een nieuwe motivatie erbij, niet alleen in heren 1 spelen als 15 jarig jongetje maar ook mee mogen rijden in die ongelofelijk mooie bolide, de rover 3500 overdrive turbo.
Dank je wel coach.